Handleiding PV-aansluitkast

De aansluitkasten voor de zonnepanelen zijn bedoeld als uitbreidingskast naast een bestaande groepenkast. De voeding van de groepenkast wordt ná de hoofdschakelaar naar de aansluitkast omgeleid. De aansluitkast voor de zonnepanelen bevat een aardlekautomaat en een installatieautomaat. De aardlekautomaat is er in 16 Ampère en in een 2- of 4-polige uitvoering.

Bij de aansluitkasten fungeert de installatieautomaat als rembeveiliging voor de verdere installatie. Deze installatieautomaat is 40 Ampère. Raadpleeg het eerder genoemde ABB kennisdocument onder de alinea ‘gelijktijdigheid’ voor meer informatie.

Controleer of er voldoende ruimte is in de nabijheid van de bestaande groepenkast. Schakel voor het openen van de groepenkast de hoofdschakelaar uit en indien bereikbaar ook de automaten van de netbeheerder.

Demonteer de bedrading die vanaf de afgaande kant van de hoofdschakelaar naar de rest van de groepenkast loopt; deze kan direct naar de aardlekschakelaars of naar verdeelblokken lopen. Vanaf de hoofdschakelaar dient nieuwe bedrading te worden geplaatst naar de installatieautomaat van de PV-aansluitkast. De installateur moet de draden op de installatieautomaat gelijktijdig vastzetten met de bedrading die al in de aansluitkast zit. Hiervoor heeft de installatieautomaat een dubbele kooiklem, en op beide ingangen van deze kooiklem kan één draad worden aangesloten.

Op de installatieautomaat wordt de afgaande bedrading aangesloten die terug naar de bestaande installatiekast loopt. Vandaaruit gaat deze naar de aardlekschakelaars in de betreffende installatiekast.

De afgaande bedrading richting de PV-omvormer wordt op de aardlekautomaat aangesloten. Na het plaatsen van alle bedradingen, kunnen de behuizingen weer worden gesloten en kan de spanning worden ingeschakeld.